{jcomments on}bron: Urkerland april ’10
Hardlopers bewonder ik vaak. Het lijkt me namelijk heerlijk om op een mooie avond de gympen aan te doen en een uurtje te rennen. Maar ja, dan moet je het wel kunnen. Vorig jaar trok ik samen met m’n zwemmaot Theresia de stoute schoenen aan. Op het fietspad langs de Urkerweg waagden we een poging tot vliegen. Maar hoe ik ook mijn best deed, het voelde niet goed. Alsof het asfalt onder mijn voeten uiteenspatte. Nee, zoiets moet ik gewoonweg niet willen, dacht ik de volgende dag – mijn schenen insmerend met tijgerbalsem. De pijn zou twee weken aanhouden. Eens, maar nooit weer.
Met die herinnering nog vers in mijn geheugen, werd ik vorige week uitgedaagd. Sportadviseuse Jacquelien van Bloois wuifde mijn bezwaren weg: ’typische beginnerskwaaltjes’, ‘protest van je lichaam’, ‘je startte vast te snel’. Zij beloofde me dat ook ik kan leren rennen. Nou, dát wilde ik zien.
Gekleed in mijn slobberige joggingbroek en mijn vijftien-jaar-oude sportschoenen ren ik met Adri, Alice, Anita, Annelies, Christa, Hanneke, Henny, Irma, Jeannette, Marianne, Martine, Petra en Wilma het Urkerbos in. ‘Rustig aan en wachten bij het eerste slootje’, roept Jacquelien ons na. Opdracht na opdracht voeren we fanatiek uit: rekken en strekken, huppelen, zijdelings lopen, de knieën rennend omhoog trekken. Het voelt behoorlijk ‘echt’ en is nog goed voor de lijn ook.
Minstens drie kwartier verder. ‘Rustig naar de eerste kruising rennen, en dan…’ Dán zijn we klaar, vul ik in gedachten aan. Met een warm, rood en bezweet hoofd word ik me langzaam bewust van pijntjes in mijn lijf. Op dat moment hoor ik onze leidster vervolgen: ,,En dan begint de echte training!” Ik sta perplex. ,,De échte training?”, vraag ik verbaasd, met een lachsalvo binnen de groep als gevolg. Maar dan bekennen ze: ,,Dat dachten wij de eerste keer ook!”
De zon schijnt rijkelijk, de lente is duidelijk begonnen en toch waan ik me heel even op lange latten in witbesneeuwde bergen. We kunnen namelijk kiezen uit een groene, blauwe, rode of zwarte training. Ik word ingedeeld bij groen. Gelukkig niet in m’n eentje, want Petra had een paar keer niet getraind en wil daarom rustig aan doen. We mogen niet stampen, moeten onze armen gebogen naast ons lijf houden en daar netjes tussendoor rennen, zit onze linkerarm voor dan moet onze rechter knie achter zijn, onze voeten zetten we netjes recht naar voren zodat we niet wiebelen, en vooral: ‘doe rustig aan, sprinten doe je maar tijdens wedstrijden’.
Ineens begrijp ik waarom mijn slobberbroek ‘fout’ is – als mijn bovenbenen zweterig tegen elkaar schuren en beginnen te zeuren. Een paar nieuwe loopschoenen zou trouwens ook geen kwaad kunnen, want volgens mij krijg ik blaren. Toch vergeet ik dit dankzij Petra. We zijn serieus bezig en hebben het intussen behoorlijk gezellig. Wie we zijn, wat we doen, waar we werken en waar we kerken, onderwerpen die passeren. ,,Kijk, een prachtige vlinder!” Petra heeft duidelijk oog voor de natuur. Ik geniet.
Van mijn schenen had ik na afloop nauwelijks last, maar eerlijk is eerlijk: spierpijn bleef niet uit. Het viel zelfs op, getuige de reactie van loopster Hanneke, die ik de volgende dag tegenkwam: ‘ik zie aan je loop dat je spierpijn hebt.” We lachen erom – het hoort bij de eerste keer. Een gazelle zal ik nooit worden, maar Jacquelien heeft me wel overtuigd dat hardlopen valt te leren.
Gretha
Ineens begrijp ik waarom mijn slobberbroek ‘fout’ is
Trainen in het Urkerbos. Van links naar rechts: Petra Korf, Gretha Woort, Christa Kramer, Hanneke Berkhout, Alice Hartman, Annelies Pasterkamp, Adri de Boer en Henny Pierik. Ook de hardloopcursus volgen? Bel dan met Van Bloois Sportadvies, telefoon 698412.