Met z’n drieën vertrokken we naar Wapenveld. Willie Sinke, Freek Brouwer en zijn broertje. Op dat moment was het dikke mist en tegen het vriespunt. In de auto gaat het gesprek meestal over de verwachtingen die elke loper heeft van de komende wedstrijd. Willie ging voor een PR op de 10 EM (16.1km). Freek ging voor een snellere tijd dan vorig jaar en ikzelf probeerde origineel voor de dag te komen: “In Oudemirdum liep ik 1.11 maar ik denk niet dat ik dat nu loop”. Ik brabbelde wat over irritatie aan mijn knie maar voelde mij niet erg serieus genomen. We stapten over op het onderwerp kleding tijdens de kruidenloop en hadden het over truien, mutsen en wanten. Maar tijdens de warming-up bleken er al meer kledingstukken te verdwijnen. De zon brak door dus korte broek en korte mouwen.
Ik wilde 4.30 starten en dat ook blijven lopen om vervolgens aan het eind te kijken of er nog een versnelling in zou zitten. Maar 5km zat ik op 22 minuten en 10km op “44 rond”. Eigenlijk een minuut te snel. Probleem was dat ik was aangesloten bij een goeie groep en achter mij was een grote leegte. Dus ik moest wel mee, maakte ik mijzelf wijs. Maar een oude lopers-les is: wat je in het begin te snel gaat betaal je dubbel en dwars weer terug. Aangezien ik nog maar 15 jaar aan hardlopen doe trapte ik vol overtuiging in deze beginnersfout. De laatste 6 km was dus ploeteren. Toch lukte het mij een hoge 1.11 te lopen en kon ik toch nog tevreden zijn met een gemiddelde snelheid (of traagheid) van 4.27 per km.
Willie Sinke was ook wat te snel gestart (wat is dat toch met die lopers?). Maar ze liep toch een dik PR en haar nettotijd zat nog net in de 1.20. Onderweg had ze aansluiting gekregen bij wat ervaren lopers en dat scheelt altijd. Freek verbeterde zich ook ten opzichte van vorig jaar en zat, ondanks wat krampverschijnselen, netto een fractie onder de 1.25.
Na afloop was er natuurlijk de soep, een setje heerlijke kruiden en een lekker gevoel.
Auke Brouwer{jcomments on}