Ik ben Jacob Snoek en ik ben een basketballende hardloper. Als jongetje nam ik de tijd al op als ik naar school rende. Hardlopen is leuk, maar niet als je dat alleen doet. Ik wil dit seizoen af en toe een verhaaltje (blog) over mijn hardloopervaringen schrijven. Klik op “Lees meer” als je dat leuk lijkt om te lezen.
Vliegen op vakantie
Ik ben niet zo’n vakantieganger. Als ik langer dan een dag weg ben dan krijg ik al heimwee en na 2 dagen mis ik zelfs onze huismieren die al vanaf half mei dag en nacht door ons huis marcheren. Ik denk dan aan hun doorzettingsvermogen, hun kameraadschap en hun strijdlust. Wist je bijvoorbeeld dat u naar Antarctica moest verhuizen, om geen mieren tegen te komen? Maar goed in een ondoordacht moment heb ik ingestemd om op vakantie te gaan richting het Schotland van William Wallace.
De avond voor het vertrek gingen we nog even de windmolenloop doen. Jan Kramer wist ons te vertellen dat het pas om kwart over 6 zou gaan regenen, dus we zouden nergens last van hebben. Dus je raadt het al: bij het 5 km kon ik mijn medestrijders niet meer zien, terwijl ze 5 meter voor me moesten lopen. Het regende zo verschrikkelijk hard dat ik de knik (sorry Auke) zelfs niet had opgemerkt en er zo voorbij was gelopen. Doordat mijn schoenen drijfnat waren, gingen mijn oude ‘kloffies’ in de reeds overvolle koffer.
Trainen is in Schotland natuurlijk geen probleem. Mooie uitgestrekte gebieden, prachtige landschappen, sprankelende beekjes, kletterende watervallen en rustige paden waar je heerlijk kan hardlopen zonder dat je iemand tegenkomt. Maar om maar via een omweg met de deur in huis te vallen, ik heb mijn hardloopschoenen niet aan mijn voeten gehad. Ik had daar simpelweg geen zin in. Ik doe wel altijd schoenen in de koffer, maar ik heb er nooit de moed voor op vakantie. Mijn vader klopte elke morgen om half 7 op onze deur, maar ik had op dat moment nog niets eens zin om me om te draaien.
Willy kan maar niet begrijpen dat ik een windmolenloop kan doen zonder moe te worden, maar dat ik niet een half uur kan winkelen zonder dat ik last krijg van achtereenvolgens mijn knie, kuit, schouder, milt en dijbeen. Het nadeel van een te volle koffer op de heenweg betekent natuurlijk dat er iets uit moet als men wat leuks tegenkomt in de winkelstraat. En je raadt al wat telkens weer bovenkwam als mevrouw weer een mooie toevoeging zag aan haar collectie. Ik heb uitgelegd dat aan die ‘ouwe kringen’ een behoorlijk sentiment zit en ik ze niet zomaar achterlaat in een vreemd land.
Voorbereiding
Na mijn vakantie-dip kon ik het trainen toch wel weer aardig oppakken. Samen met Cees op maandag wat snelheidswerk en dan nog 2 of 3 keer een stukje draven (zoals mijn baas dat zo mooi kan zeggen).
Urker hardlopers zijn natuurlijk behoorlijk verwend. Achter de dijk hardlopen is het mooiste wat er is of het nu mooi of wat minder mooi weer is. Lekker tegen de wind inbeuken of met die warmte een heerlijk koel windje met de prachtige omgeving van het IJsselmeer en de oude dorpskern.
Op één van die hele warme dagen ging ik pas om 9 uur ’s avonds lopen. Ik had de hartslagmeter om en merkte dat je toch niet te gek kan doen met die warmte. Je hartslag gaat echt 10 à 15 slagen per minuut sneller dan normaal.
Ik vind het toch altijd wel grappig om te zien hoe mensen je aan en nakijken als zij op het bankje bij de dijk zitten en kijken of je van een anders planeet komt. Mijn collega’s gaven aan dat zij met die warmte heel weinig eten en weinig trek hebben. Jammer dat ik dat niet heb.
3e windmolenloop
Na 2 maandjes geen wedstrijd, was het eindelijk weer zover. De beentjes voelden goed en het was niet meer zo snikheet als de dag ervoor. Ik had met broertje Cees afgesproken dat we met elkaar zouden starten en dat we op de dijk wel zouden zien hoe het ervoor stond. Ik had een tijd van rond de 33:15 in mijn hoofd.
Met de trainingen merkte ik wel dat Cees aardig zijn vorm te pakken heeft en dat ik zelf wat minder makkelijk loop met die warmte. Toch had ik wel in mijn kop om na het 7-km-punt het tempo zo op te voeren dat ik voor hem de botenloods op achterstand had. Zo gezegd, maar niet gedaan. De eerste kilometer ging wat te langzaam, een opening van 4:02 is wat te langzaam als je gemiddeld 3:55 per km wil lopen. Het zweet gutste al vrij snel van mijn hoofd en ik kwam nooit in een lekker ritme. Ik liep wel redelijk constant, maar achter de dijk kon ik niet versnellen.
Bij het 6,5 km-punt kon ik zeker niet meer genieten van het romantische plaatje dat ik even hiervoor schetste over het lopen op de dijk. Het was vanaf dat punt gewoon met het verstand op nul naar de finish en niet teveel weggeven. ‘Oenze Cees’ was op dat moment bezig om naar de 2 Urker koplopers toe te gaan. Toen hij bij hen arriveerde ging Kees Kramer wandelen en Cornelis Snoek moest helaas opgeven.
Na het 7 km-punt dacht ik alleen nog maar aan de finish en niet ingehaald worden. Jan Ruyter een aanstormend talent van (ik schat) bijna 60, liep nog tussen mij en Cees in. In Espel liep ik ook de hele tijd met Jan op, maar kon ik hem nog achter me houden. Op dat moment dacht ik “die ouwe kan nog lekker lopen”. Om mijn zelfvertrouwen nog wat op te vijzelen vertelde hij me toen doodleuk (ik had op dat moment nog hartslag 187) dat hij terugkwam van een zware blessure. Maar goed die ‘ouwe’ liep dus nu voor me en hij kwam bij de botenloods nog heel dicht bij Cees.
Richting de finish hoorde ik vrouwlief en de kleine gillen. Ook mijn schoonmoeder was dit keer weer bij de finish, maar die snapt niet dat je met deze warmte zo het snot voor je ogen loopt. Op dat moment snapte ik dat zelf eigenlijk ook niet echt. Cees en Jan Ruyter een hand gegeven en 2 flesjes heerlijk koel water (dankzij de mannen van GBU) achterover geslagen.
Willem Schraal vertrouwde mij 1,5 maand geleden toe dat hij ook inmiddels een foto op zijn koelkast heeft geplakt. Het resultaat mag er zeker zijn, want na de windmolenloop viel me pas op hoeveel kilo hij kwijt is. In zijn tijd was het misschien niet terug te zien, maar ik verwacht de laatste windmolenloop, mits redelijke omstandigheden, wel een pr voor Willem.
Ik vond het al vrij snel koud worden bij de finish en ging dus lekker aan de patat bij mijn ouders thuis, waar Cornelis ook nog even gezellig langskwam om Cees te feliciteren. Willy begint dan meestal met het invoeren van de namen en tijden zodat die ’s avonds nog op de website kunnen.
De andere dag kreeg ik een sms van Cees: “Volgende windmolenloop mag je max. ongeveer 10 seconden op me verliezen. Wordt wel leuk en spannend”. Sja dat gaan we proberen te voorkomen.
Groet Jacob
{jcomments on}