Beste hardlopers, dit wordt het meest zeurderige verhaal wat jullie ooit gelezen hebben, dus je kan het ook overslaan en alleen de optimistische pr-verhalen van mede-hardlopers gaan lezen, dat is vast een stuk leuker…
Ik (Babette) ben gek van lopen en dan vooral tijdens de vrijdagmorgen bij Jacquelien waar we met een supergezellige ploeg onze training doen en met een deel van die groep doen we op maandagavond ook een loopje. Altijd hartstikke leuk en gezellig en ook nog wel aardig fanatiek. Wel, we waren er met z’n allen klaar voor om onze schouders onder de windmolenloop te zetten. Alleen, ik wat minder, ben de laatste tijd erg moe en was al bij de dokter geweest (daar kom ik echt noooooooit) om m’n bloed te laten prikken, maar m’n HB was perfect, hoopte eigenlijk dat die veel te laag was zodat ik met een tabletje weer helemaal t ventje zou zijn… enfin, een paar avondjes vroeg op bed en ik dacht dat ik er wel klaar voor was, voor mijn eerste windmolenloop van dit seizoen. Onze dochter Emma was nog aan het twijfelen of ze wel of niet mee zou doen, want er was ook een basketbaltoernooi van de BKU waar ook KLIF18 van de partij was. En daar had Emma eigenlijk meer zin in. Toch ging ze mee en toen m’n “moat” Karina bij ons aan de deur stond gingen we rustig dribbelend op weg naar de inschrijving. Een flinke regenbui kon de pret niet drukken: “dat gaf wat meer zuurstof in de lucht” zeiden we tegen elkaar en voordat die bui écht losbarstte, waren we al in de botenloods om ons in te schrijven.
Even gezellig een praatje met andere lopers onder het rekken en strekken en toen was daar de start. Ik liep samen op met Barbara en dat ging eigenlijk best goed. We hebben aardig stel aan elkaar en dan is het fijn om met elkaar op te lopen. Onze Emma spoot weg (de jeugd heeft de toekomst 😉 ) en wij werden links en rechts ook door verschillende lopers ingehaald.
Na ongeveer twee kilometer kwam Frederika voor me vliegen en die zat al te gebaren dat ik bij haar moest blijven en dat lukte ook aardig. Zo liepen we lekker op met een groepje van een stuk of 5 meiden. Maar ik werd veel te snel moe, ik dacht dat ik het niet zou redden maar ik wou me toch niet laten kennen. Bij de 4 kilometer stond Willie heel sneu. Ik heb haar niet meer gesproken maar waarschijnlijk ging het niet met haar heup. Ik kreeg heel sterk de neiging om ook te stoppen en hoe of Barbara dat aanvoelde snap ik niet, maar ze zei: zet duur…. En ik dacht bij mezelf, doe niet zo wiek en zet duur. Vooral omdat ik in de verte Emma zag lopen die het in haar eentje moest zien te klaren. Vlak voor de schaapskooi heb ik het toch opgegeven en ben ik gaan lopen. Ga maar, riep ik tegen de andere meiden en zelfs Free kreeg me niet meer aan het vliegen. Ik dacht, dat als ik ff bij zou komen het zo weer op zou pakken. Maar, nee hoor, door de één na de ander werd ik ingehaald. Daar kwam Albert van Urk, “hier ben ik al” zei die, want de voorgaande lopen liepen we wel eens samen op. Ik had alleen de moed niet om aan te haken.
Bovenop de dijk sloeg de wind om m’n oren en de moed nog dieper in m’n schoenen. Gewoon door blijven wandelen en dan zo richting huis, had ik al bedacht.. Daar kwam Dea naast me vliegen, ik besloot toch maar weer om aan te haken, maar voor korte duur, het ging niet. Weer wandelen. Daar kwam een groepje van m’n “moat” Mieneke, Tonie de Cat en Dirkje. “Kom op Babet, aanhaken” riep Tony “ga maar achter m’n rug”. Wat een “skat” hé, dus dat kon ik toch echt niet weerstaan en heb een tijdje met hen opgelopen net zolang tot ik weer moest afhaken. Weer wandelen en weer kwamen er verschillende lopers om me heen. Ik keek achterom en zag daar Karina in gevecht met de wind, ook alleen. Ik dacht, als ik samen met Karina oploop, dan lukt het me om de finish te halen, maar helaas, ook Karina moest ik na een tijdje laten gaan, dus weer wandelen. Toen kwam er een heel aardig meisje van de EHBO naast me fietsen en vroeg of het wel met me ging. Tuurlijk gaat het met me, natuurlijk, ik kan de hele wereld aan (alleen nu even niet). Kom op, zei ze, daar is de ”zaandbult” al en ik ben een klein stukje naast haar gaan vliegen, zodat ik even uit de wind was. Ondertussen waren daar Peter en Anna al weer met hun trainer aan het uitlopen, ze zagen er nog fit uit (of weer fit). En ik moest nog een stukje naar de FINISH. Bij het laatste hek waren Hennie en haar man Bert samen foto’s aan het maken. De volgende keer doen ze maar lekker zelf mee en maak ik de foto’s wel was ik aan het bedenken. Maar toch maar weer ff gaan vliegen, want om nu lopend op een foto te staan.. Trappetje op – trappetje af, daar stond onze Emma. Ze kwam naar me toe en vloog het laatste stukje met me op. “wat is er loos met je moe, kom op, zet ff an..” En door haar bemoedigende woorden was ik toch nog nét binnen de 50 minuten binnen.
Emma had een prachtige tijd 42-er gelopen, wat ik superknap van haar vind en ik hoop de volgende windmolenloop gewoon weer mee te doen en wat fitter te zijn en een leuke (voor mijn doen) tijd neer te zetten. Thuis gingen we snel douchen en naar de sporthal om KLIF18 tijdens het basketbal toernooi aan te moedigen en ik baalde best wel dat ik zo vreselijk beroerd gelopen had en toen zei Emma: “ ach moe, kom op zeg, er is leven na de windmolenloop”