Voordat alle verslagen over de eerste windmolenloop losbarsten, hierbij een verslag van de legendarische Leeuwenronde.Want eindelijk was het zo ver dat ik kon meedoen met de Leeuwenronde. Ik had er al veel over gehoord, maar elk jaar was er wel iets waardoor ik verstek moest laten gaan. Deze halve marathon is altijd op een vrijdagavond in mei. Kees Post had me via de mail gevraagd of ik met hem mee wou rijden. Dat was meteen de stok achter de deur om dus ook mee te doen. Maar ik had deze sowieso op mijn verlanglijstje staan.
Bij de start kwamen we nog een paar Urkers tegen die de halve marathon zouden gaan lopen: Grietje Romkes, Marja Kramer en mijn eigen broer Riekelt. Inmiddels zijn alle vijf broers aan het lopen geslagen. Auke was de eerste die met het loopvirus besmet raakte, toen kwam ik, vervolgens Riekelt, daarna Pieter en nu is tijdens de Koninginnedagloop in Emmeloord Alex ook gesignaleerd. In al onze verscheidenheid (wij lijken eigenlijk totaal niet op elkaar), hebben we nu een drietal dingen gemeenschappelijk: We zijn allemaal ietwat eigenwijs (maar dat zijn nagenoeg alle ‘Brouwers’), houden van de muziek van Randy Newman (‘Good Old Boys’) en nu dus ook het hardlopen.
Ook kwamen we bij de start Jan Sinke tegen. Hij zei dat de halve marathon zijn favoriete afstand was, maar hij mocht van zijn nieuwe trainer deze niet lopen. Eigenlijk mocht hij slechts 2 km lopen in een nieuwe stijl. Om de concentratie goed vast te houden, mocht de lange afstand dus niet. Ik kan het mis hebben, maar het leek alsof Jan toch een klein beetje verdrietig was dat hij de halve niet mocht lopen. Hij heeft toen stiekem niet 2, maar 6 km gelopen en die won hij met veel overtuiging (3 minuten sneller dan de nummer twee). Een vraag die bij mij in mijn hoofd blijft hangen is of je nu ook echt gelukkiger wordt wanneer je gaat lopen in zo’n nieuwe stijl. En zou er dan voor mij wellicht ook nog hoop zijn, want mijn belabberde loopstijl is inmiddels wijd en zijd bekend. Nou genoeg gedroomd, want die trainer zou mij direct in de categorie ‘hopeloze gevallen’ plaatsen.
Dus terug naar de realiteit:
Kees Post vertrok en liep op zijn eigen gevoel. Kees heeft nooit een horloge om, maar hij hoopte wel weer een keer onder de 1.40 te lopen. Dit was hem sinds 2004 niet meer gelukt. Maar vorig seizoen was zijn opleving al zichtbaar. Niet voor niets zei Teunis Snoek toen ‘de keizer is terug’. Als hij zijn hoofd er een beetje bij houdt, zie ik hem in de top 3 van de veteranen eindigen bij de windmolenloop. Kees overtrof zichzelf en liep zelfs 1.37.
Zelf probeer ik tijdens een halve marathon steeds binnen 5 minuut 40 per kilometer te blijven, zodat je binnen de 2 uur kunt finishen. Grietje en Riekelt liepen hun debuut op de halve marathon, maar konden moeiteloos blijven volgen. Marja had in haar vorige loopleven natuurlijk al een en ander laten zien. Half in gingen Grietje en Marja zelfs versnellen. Marja zei later: ‘Ik zat toen in een flow en daar moet je natuurlijk wel op dat moment gebruik van maken’. Riekelt en ik bleven gebroederlijk bij elkaar ons eigen tempo vast houden.
Bij de oude sluiswachterswoning waar ooit Simon Pluister (oud dirigent van Halleluja) gewoond heeft, haalde ik Marja en Grietje weer bij. En op de hoofdweg naar de finish kon ik nog iets versnellen. Riekelt moest aanvankelijk een gaatje laten vallen, maar kwam op het eind ook weer dichterbij. Ik kwam in 1.55 over de finish en vlak daar achter Grietje, Riekelt en Marja in 1.56.{jcomments on}