Blog Tim Brouwer: ZVL Marathon

Volgens de overlevering snelde in 490 B.C. Pheidippides van Marathon naar Athene om te vertellen dat de Perzen waren verslagen. Na het uitspreken van de woorden nenikèkamen – wij hebben gewonnen zakte hij in elkaar en stierf.

Geïnspireerd door dit heldhaftige verhaal, waarvan ik betwijfel of het ooit is gebeurd, besloot ik eind vorig jaar dat het er in 2013 maar eens van moest komen. Aanvankelijk zou ik gaan trainen voor Rotterdam, maar m’n ome Freek haalde me over om voor Zeeuws-Vlaanderen te gaan trainen. Naar verluidt een van de mooiste maar ook zwaarste marathons van Nederland en België.

 

Ik vertelde dit op m’n werk en collega Claus Brouwer was ook meteen voor. Hier was ik zeer content mee, want Claus en ik liggen qua hardlopen, maar ook qua humor behoorlijk op een lijn. In onze 750 trainingskilometers hebben we dan ook veel gelachen. Vaak was ik er 100% van overtuigd dat de loper die een paar 100 meter voor ons liep zeker te weten een mooie vrouw was. Als we die persoon passeerden bleek dit 9 van de 10 keer ofwel een man of een dame die eigenlijk op het binnenhofje van een bejaardentehuis hoorde te lopen.

We deden ook een paar keer een wedstrijd als training zoals de 32 van kampen. Hierbij maakten we er een gewoonte van om bij de laatste drinkposten naar de vrijwilligers te roepen; Heb je niet wat te roken?! of; Heb je shag bij je?! De mensen van de post in verbijstering achterlatend konden wij er weer even tegen aan. Ook mochten we graag, als we iemand na 25km inhaalden, even tegen hem zeggen; Ut wil vandage niet arrug wel? Om vervolgens kreunend en steunend om hem heen te gaan.

Dat je iemand hebt om mee te trainen scheelt wel enorm. We hadden een goed schema van Freek gekregen die dit schema voltooide met Johan Hoorn, maar het verschil tussen te weinig trainen, genoeg trainen en overtraind raken is heel klein. Persoonlijk heb ik het week 4 en 5 behoorlijk taai gehad en kreeg ik allerlei vreemde pijnen en klachten. De laatste 2 weken voor de marathon is weer op een heel andere manier lastig. Je voelt dat je er klaar voor bent, maar je moet uitrusten en kleine stukjes dribbelen. Een paar dagen van te voren op een dieet van 4500 calorieën zitten is trouwens ook nog een hele opgave.

Maar toch vertrokken we dus goed voorbereid naar Zeeland met Claus, Freek, Johan, ik en m’n va die met mij een Claus mee zou fietsen op mijn mountainbike om ons te bevoorraden met voedsel en vocht. In Hulst aangekomen troffen we daar Roelof Siepel, een partijgenoot van m’n ome Freek, die ook z’n eerste marathon zou gaan lopen. De avond voor de wedstrijd zaten we dus met z’n zessen op een verwarmd terras aan de grote markt in Hulst. Omdat het niet aan te raden is om je aan de vooravond van een marathon vol te laten lopen met Leffe blond bestelden we m.u.v. Auke maar wat anders: ”Ober, wij zijn toch echte mannen, maar mogen wij 5 thee?” Later bleek de kelner zelf een ”vriend van van Zwieten ” te zijn en was deze opmerking dus lichtelijk ongepast. Na een gezellig avondje en goede nachtrust was het de volgende dag dan eindelijk zover!

EPO van TimNa de EPO in onze waterflessen te hebben gedaan (foto) kwamen we ongeveer een 3 kwartier voor de start aan in Terneuzen. Hier kwam mijn vader er voor de zoveelste keer achter dat hij niet meer de weelderige haardos heeft die 20 jaar geleden nog op zijn kruin prijkte en hij eigenlijk wel een muts nodig had tijdens zijn fietstocht. Deze vonden we binnen no-time en zo was ook hij er helemaal klaar voor. Toen we 5 minuten voor aanvang in het startvak stonden vroeg de organisatie nog een moment van stilte voor de tragedie in Boston afgelopen week. Vervolgens werden we door de speaker nog even flink opgewarmd met wat muziek en toen was het echt 3,2,1 BAM!

Ik heb in m’n leven nog nooit zo het gevoel gehad vleugels te hebben als direct na de start. Hoewel we ons vreselijk inhielden klokten we de eerste kilometer op 4:37, veel te snel natuurlijk. We hadden afgesproken dat we onder de 5:15 zouden lopen en in het gunstigste geval 5:00/km. De tweede en derde kilometer waren nog te snel, maar vanaf daar kwam m’n va erbij rijden en vonden we ons ritme op ongeveer 5:07/km. Dat we een begeleider bij ons hadden die de tijd in de gaten hield en ons op precies het goede moment gels en sportdrank gaf was echt een groot voordeel. Ik had echter te vroeg voor de wedstrijd nog een fles water laten zakken en dat zorgde er voor dat ik op kilometer 8 al tegen een boom aanstond. Dit is later tijdens de race nog 2 keer voorgekomen en al die keren heeft Claus zich ingehouden. Ik eindigde uiteindelijk een half minuutje voor hem, maar dit had dus makkelijk andersom kunnen zijn.

Door de adrenaline en het wedstrijdelement vloog het eerste anderhalf uur voorbij. Ik kon echt nog genieten van het mooie weer, de omgeving en het feit dat ik me erg sterk voelde. We vroegen elkaar dan ook een paar keer de vraag: ”geniet je nog een beetje?” om dan steevast te antwoorden met de legendarische woorden van Evert van den Berg: ”Ik geniet m’n de kelere!” Het schitterende parcours voerde ons door een aantal dorpjes die allemaal wat geregeld hadden als een brassbandje of een koortje. Als een aanwijsbordje ook maar 10 graden uit de juiste richting staat mogen Claus en ik graag roepen; ”wat is dit slecht uh riegeld!” Maar hiervan was vandaag geen sprake, een vlekkeloze organisatie.

Maar aan alles komt een eind, zo ook aan het genieten. Op het halve marathonpunt (1:47:30) begon ik flink last te krijgen in m’n liezen. Ik denk dat dit komt door de overgangen van gras naar zand naar grindpaden en natuurlijk de vermoeidheid. Hoewel het vanaf KM 25 echt zwaar begon te worden bleven we mensen inhalen zonder dat we zelf ingehaald werden. Alleen op KM 28 werden we ingehaald door een loper in een shirt van het plaatselijke brandweerkorps. Waarover m’n va zei; ”als ik zo’n loperslichaam had stond ik nu al onder de douche.” Vanaf KM 32 kwamen we in een gebied waar we nog niet eerder waren geweest qua afstand, maar ook kwam vermoeidheid. Op KM 35 kwam ik op een punt dat ik echt dacht, laat dit alsjeblieft voorbij zijn. Nu krijg je dat gevoel natuurlijk elke loopwedstrijd, maar in mijn geval nog nooit zo erg als nu. Toch ging ik iets sneller lopen waar door ik een gaatje sloeg met Claus. Vervolgens op KM 37 kwam ik in een soort trance terecht. Ik denk dat als er iemand naakt op roze paard om me heen was gekomen dat ik had gedacht, dit zal er ook wel bij horen.

De laatste 2 kilometers waren over de stadswallen van Hulst. Ik had het daar echt taai, maar toch werd ik daar ook weer een beetje wakker. Je krijgt echt het gevoel: ik ga het redden! Vervolgens was daar verreweg m’n mooiste finish tot nu toe. Vrijwel meteen kwam Claus achter me aan en na een kort rust momentje liepen we naar een de avond daarvoor uitgekozen barretje en haalde Claus een opgevouwen tientje uit z’n sportbroekje: ”4 bier pik!”

133 Tim Brouwer               Urk                0074 3:35:45  38eHSe  11.733 km/h 5.06 m/km
135 Claus Brouwer             Urk                0075 3:36:31  40eHSe  11.692 km/h 5.07 m/km
332 Johan Hoorn               Urk                0475 4:17:08  84eH50  09.845 km/h 6.05 m/km
361 Freek Brouwer             urk                0468 4:24:23  95eH50  09.575 km/h 6.15 m/km
407 Roelof Siepel             Dronten            0281 4:44:09 155eH40  08.909 km/h 6.44 m/km{jcomments on}